19 apr Initiatiefwetsvoorstel vaste huurcontracten ‘un faux pas’?
Huurrecht – Kamerleden Henk Nijboer (PvdA) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) willen de tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woonruimten afschaffen. Het Initiatiefwetsvoorstel regelt dat dit soort contracten enkel nog in specifieke gevallen zijn toegestaan. De mogelijkheid voor een tijdelijk huurcontract werd in 2016 door toenmalig woonminister Stef Blok (VVD) geïntroduceerd met de bedoeling het huuraanbod te vergroten. Nijboer en Grinwis stellen echter dat tijdelijke contracten niet méér woningen opleveren maar slechts zorgen voor ‘woonstress’ en willen af van deze ‘wegwerpcontracten’.
Tijdelijk vs. Vast
Sinds 1 juli 2016 bevat de wet een regeling op grond waarvan het mogelijk is een zelfstandige woning te verhuren voor een bepaalde tijd van maximaal twee jaar. Voor een niet-zelfstandige woning is dit maximaal vijf jaar. Op deze tijdelijke overeenkomsten zijn de strikte bepalingen voor de opzegging van de huur van woonruimte niet van toepassing.
In tegenstelling tot tijdelijke verhuur zijn bij vaste huurcontracten de reguliere huurbeëindigingsbepalingen wél van toepassing. Wil de verhuurder dan van de huurovereenkomst af, is hij gebonden aan de door de wet gestelde voorwaarden. Zo dient onder andere sprake te zijn van een opzeggingsgrond, die limitatief staan opgesomd in de wet. De huurder die de huurovereenkomst wil beëindigen, is niet gebonden aan deze strenge voorwaarden.
Door tijdelijke verhuur te verbieden hopen de indieners van het initiatiefwetsvoorstel huurders beter te beschermen en de overlast door tijdelijke verhuur te verminderen. Echter, door een verbod op tijdelijke verhuur verliezen verhuurders zekerheid ten aanzien van de mogelijkheid tot beëindiging van de huur. Het bezwaar tegen het verbod is dan ook de verwachting dat huurwoningen uit de markt zullen verdwijnen, juist nu de woningnood hoog is.
Vaste huurcontracten de standaard
De meerderheid in de Tweede Kamer is het er over eens dat het vaste huurcontract weer de standaard moet worden op de woningmarkt. Wel willen partijen uitzonderingen hierop regelen, zoals verhuur aan familie of speciale doelgroepen. Ondanks dat de meerderheid in de Tweede Kamer het initiatief steunt, worden er zorgen geuit dat het nu hard de andere kant op gaat. Zo vreest Peter de Groot (VVD) dat eigenaren hun woningen uit de verhuur halen als alle flexibiliteit uit de huurmarkt verdwijnt.
Het eigen voorstel dat Hugo de Jonge (CDA) drie weken geleden nog gedaan heeft om tijdelijke huurcontracten terug te dringen, werd door Nijboer als een ‘faux pas’ beschouwd. Ook De Jonge is bang dat er woningen uit de markt verdwijnen door het verbod in de initiatiefwet. Toch is De Jonge inmiddels van mening dat het voorstel van Nijboer en Grinwis ‘een betere route’ is om huurders te beschermen.
Uitzonderingen
In het initiatief wetsvoorstel verdwijnt het tijdelijke huurcontract niet helemaal. Zo komen in het wetsvoorstel een aantal uitzonderingen te staan: tijdelijke huurcontracten voor grote gezinnen, jongeren, studenten en promovendi blijven wel bestaan, maar dan waarschijnlijk voor vijf jaar.
Update:
De stemming over het initiatief wetsvoorstel is dinsdag 18 april jl. uitgesteld als gevolg van de indiening van twee amendementen van CDA en VVD. Deze partijen willen aanvullend dat er een uitzondering komt voor particuliere verhuurders die maar één pand verhuren. Zij zouden bij gewenste verkoop óf bewoning door een familielid de huurovereenkomst moeten kunnen beëindigen. Nijboer spreekt van ‘sabotage’ door minister Hugo de Jonge.
Vragen
Heeft u vragen over deze blog of andere huurrecht kwesties? Benader dan gerust ons team van huurrecht via mr. J.W. (Jolanda) Vreugdenhil (vreugdenhil@tlcadvocaten.nl). Ook kunt u ons bereiken op 053-3033000 (Enschede) of 0523-745640 (Hardenberg) of via info@tlcadvocaten.nl.