Vrije advocaatkeuze en de rechtsbijstandverzekeraar

Inleiding
Naar aanleiding van de uitspraak van het Europees Hof d.d. 14 mei 2020 heeft de Geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) zich op 31 maart 2021 uitgelaten over de vraag of de rechtsbijstandsverzekeraar ook de advocaatkosten voor buitengerechtelijke procedures dient te vergoeden. Tot op heden is het vrijwel in alle gevallen zo dat de verzekerde enkel recht heeft op vrije advocaatkeuze en dus vergoeding van de advocaatkosten, wanneer er sprake is van een gerechtelijke procedure. Voornoemde is doorgaans vastgelegd in de polisvoorwaarden van de desbetreffende rechtsbijstandsverzekeraar. In de onderhavige kwestie stelde de rechtsbijstandsverzekeraar DAS dan ook niet gehouden te zijn de kosten van een sportrechtspecialist te vergoeden, omdat er geen sprake was van een gerechtelijke procedure en dus geen recht op vrije advocaatkeuze zou bestaan.

Oordeel Kifid
De Geschillencommissie van Kifid stelde DAS in het ongelijk en gaf aan dat de kosten van de inschakeling van een sportrechtspecialist wel degelijk vallen onder de dekking van de rechtsbijstandsverzekeraar, ondanks dat het in casu geen gerechtelijke procedure betrof. Het oordeel van de Geschillencommissie is mede gebaseerd op rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof oordeelde namelijk in haar arrest van 14 mei 2020 dat onder gerechtelijke procedure dient te worden verstaan een procedure voorgerechtelijke of buitengerechtelijke bemiddeling waarbij een rechterlijke instantie betrokken is of kan zijn, hetzij bij het inleiden van deze procedure hetzij na afloop daarvan. Voorts stelt het Hof dat elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie aldus moet worden geacht onder het begrip gerechtelijke procedure te vallen. Hieronder valt dus ook buitengerechtelijke bemiddeling waar een rechtelijke instantie bij is of kan worden betrokken.

Reactie DAS
DAS heeft in een persbericht laten weten van mening te zijn dat Kifid met deze uitspraak ‘de bijl in de wortels van het systeem van rechtsbijstandsverzekeringen zet’. DAS heeft dan ook beroep ingesteld tegen de uitspraak. Volgens DAS wordt de toegang tot het recht met de uitspraak namelijk niet verruimd maar juist verkleind, omdat de verwachting is dat verzekerden nu vaker en eerder een beroep zullen doen op een advocaat met alle (hogere) bijkomende kosten die daarmee gepaard gaan, aldus DAS. Nu in de polisvoorwaarden vrijwel altijd een maximumbedrag is opgenomen dat vergoed wordt aan advocaatkosten door de rechtsbijstandsverzekeraar in het geval er recht is op vrije advocaatkeuze, verwacht DAS aldus dat verzekerden eerder het maximumbedrag bereiken waardoor minder dan wel geen geld overblijft om te procederen.

De Geschillencommissie van Kifid heeft hierop aangegeven te beseffen dat voornoemd risico bestaat en dat het derhalve aan de rechtsbijstandsverzekeraars en desbetreffende advocaten is om verzekerden goed te informeren over de mogelijkheden en risico’s te dien aanzien, zodat door de verzekerde een weloverwogen beslissing kan worden genomen.

Gevolgen oordeel Geschillencommissie Kifid
Het oordeel van de Geschillencommissie van Kifid heeft vergaande gevolgen. Het begrip gerechtelijke procedure wordt immers dusdanig ruim uitgelegd, dat een verzekerde recht heeft op vrije advocaatkeuze zodra er sprake is van een concreet geschil. Indien er een concreet geschil is kan dit immers uitmonden in een procedure. In de praktijk zal dit aldus inhouden dat de verzekerde veel sneller een advocaat zal kunnen inschakelen, welke kosten de rechtsbijstandsverzekeraar dient te vergoeden. Bij eerdere verruimingen van de dekking pasten de verzekeraars doorgaans hun polisvoorwaarden aan. Of dat ook nu het geval zal zijn indien het oordeel van de Geschillencommissie Kifid overeind blijft is nog niet duidelijk.

Vragen of hulp nodig?

Heeft u vragen over deze blog? Neem dan gerust contact op met mr. Jolanda Vreugdenhil (06-41806618) of per e-mail (vreugdenhil@tlcadvocaten.nl).